Van opvang naar wonen
Op dit moment is de Opvang voornamelijk geconcentreerd in bepaalde gemeenten. Dit is niet wenselijk voor zowel de gemeente(n) als voor de cliënt. Eén van de hoofdlijnen van het nieuwe beleid is om zoveel mogelijk spreiding over Zeeland te creëren en de kansen voor de dakloze om te herstellen en weer een normaal, zelfredzaam bestaan op te bouwen te vergroten.
Van opvang naar woning!
Opvang is effectief is als het gaat om het bestrijden van overlast en het bieden van een onderdak. Het is echter niet altijd de meest effectieve methode als het gaat om het herstel van daklozen. Dat komt omdat ‘het ontbrekende dak’ niet het meest ingewikkelde probleem is van een dakloze. Ingewikkelder problemen zijn de veroorzakers van dakloosheid, nl. psychische stoornissen, schulden, werkloosheid, verslaving of een strafblad.
Daklozenopvang lost slechts het probleem van het ontbreken van een dak op, maar biedt niet altijd de juiste structuur en omgeving om de ingewikkelder problemen op te lossen. De mensen in de opvang krijgen begeleiding die gericht is op uitstroom. In de praktijk blijven mensen (vaak) langer dan noodzakelijk binnen de opvangvoorziening.
Dakloosheid is efficiënter te bestrijden door meer dak- en thuislozen sneller te plaatsen in een zelfstandige woonruimte. Liefst in de gemeente waar de cliënt de meeste kans heeft op herstel, dit aangevuld met passende ambulante zorg.
Om er voor te zorgen dat cliënten een woonruimte kunnen betrekken, moeten er Zeeuws-breed afspraken gemaakt worden met woningcorporaties over beschikbaarheid van woningen en de spreiding hiervan. In de praktijk blijkt namelijk dat er op dit moment niet van elk type woning voldoende woningen beschikbaar zijn om cliënten vanuit de maatschappelijke opvang te laten doorstromen en dat deze woningen vaak alleen in bepaalde gemeenten beschikbaar zijn. Er moeten naast afspraken over het aantal woningen en de spreiding daarvan over Zeeland ook afspraken gemaakt worden over het type woning, de wijze waarop de benodigde zorg wordt geleverd en de wijze van doorstroming. Provincie, gemeenten, corporaties en zorginstellingen moeten dit probleem samen aanpakken.
Housing First
Landelijk spelen er een aantal ontwikkelingen die zelfs nog verder gaan: Housing First. Housing First is het aanbieden van een woning aan een dak- of thuisloze, waarbij een team wooncoaches wordt ingezet om de deelnemer te begeleiden bij het behouden van deze woning. Voorwaarden voor Housing First zijn: begeleiding accepteren, huur betalen en geen overlast veroorzaken.
Wat is het probleem van een dakloze? Dat hij geen woning heeft. Wat is de oplossing? Een woning! Gewoon zoals iedereen een woning betrekt. Dat is wat Housing First beoogt: volledig zelfstandige wooneenheden bieden, verspreid over de regio Zeeland. Met de voorwaarden die voor alle huurders gelden: geen overlast veroorzaken, tijdig huur betalen en je houden aan de (sociale) regels. Omdat het hierbij gaat over mensen voor wie zelfstandig wonen geen vanzelfsprekendheid is kan woonbegeleiding op maat een uitkomst zijn met als doel de woning te behouden. Met het weer zelfstandig wonen neemt de eigenwaarde en het zelfvertrouwen van de deelnemer toe en gaat hij weer perspectief zien. Hierdoor ontstaan mogelijkheden om te gaan werken aan verbetering van de kwaliteit van leven.
Skaeve Huse
Dakloze personen die vanwege stelselmatige overlast en ondergeschiktheid voor groepswonen niet in aanmerking komen voor de reguliere opvangvoorzieningen is er alternatief in de vorm van Skaeve Huse. Dit is een woonvoorziening van maximaal vijf woningen die gevestigd zijn in een rustige omgeving aan de rand van een stad of dorp. Bij deze woonvoorziening geldt een vorm van sociaal beheer die wordt geboden vanuit een zorgaanbieder. In Terneuzen is de eerste Skaeve Huse gerealiseerd. In Walcheren en in de Oosterschelderegio wordt verder onderzoek verricht.
Gemeenten, provincie, woningcorporaties en het CZW bureau spannen zich in om samen met de instellingen om voldoende woningen te realiseren. Mensen hebben de meeste kans op herstel en zelfredzaamheid in de omgeving waar zij de meeste (sociale) binding hebben.